dinsdag 13 oktober 2015

Borstvoeding: achter de deur van het taboe

Bijna 18 weken ver zijn we.
Oftewel 4 maanden van continu bezig zijn over borsten en melk.
Soms denk ik: ik ga door tot zijn 18e verjaardag! (bij wijze van spreken he, zijn 1e verjaardag is ook al goed).
En soms denk ik, nadat mijn lijf het zoveelste vermoeidheidssignaal geeft: nu is het genoeg, ik houd er mee op!
Maar de waarheid is dat ik het zijn gang laat gaan en braaf volg. Sinds enkele weken is de productie niet meer optimaal. Met een kind dat op pure borstvoeding mij nog steeds gemiddeld 3 à 4 keer per nacht uit mijn bed zet, beginnen de wallen onder mijn ogen aan de bouw van een extra verdedigingsmuur.
Dus nam ik samen met de wederhelft de beslissing om af te bouwen en te stoppen. Een kraamverzorgster zei me eens: beter een flesje met volle liefde dan een doodvermoeide, gefrustreerde borst. Bovendien loopt hier nog een klein meisje rond dat ook graag aandacht krijgt van een blije, energieke moeder.
Voila! Ikke een doos HA-poedermelk in huis gehaald! En weer veel moed om ons kleinste wezentje groot te brengen in ons warm, gezellig nest, maar dan met flesjes, op z'n mindfullness gegeven.

Maar dat afbouwen, het blijkt dan toch niet zo simpel...
Met één à twee kleine flesjes als het nodig is, lijkt plots alles weer veel beter te gaan. Sommige dagen zijn er zelfs geen flesjes nodig.
En de nachten klokken al wel eens af op 1 à 2 keer opstaan. (Back off, you mean walls under the eyes!)

Maar mensen vinden dat ingewikkeld. Want wat wil ik nu: borst of fles?
 - Beide!
Jamaar, pas op, uw productie gaat achteruit gaan!
 - Niks van aan! Mijn productie is al 3 weken dezelfde. En moest ze toch plots achteruit gaan, dan is het niet erg. En moest ze niet achteruit gaan, dan is het ook niet erg.

Ik kies niet meer voor het of-of-verhaal. Ik ben een omni-voeder. En ik ben er best tevreden mee. (Vooral als ik 's nachts geen 6 keer meer moet opstaan.) En mijn kleine prins is er ook tevreden mee, getuige het "ik-heb-genoeg"-lachje op zijn mondje.

Als bewijs dat ik mijn best heb gedaan voor de borstvoeding; hieronder een foto van alle attributen die ik nodig heb gehad om het mogelijk te maken. Ontbreken nog: een tube cetavlex, voedingsbeha's en - t-shirts en de vroedvrouw aan huis.


Want dat is nog zo'n taboe. De moeite die het de meeste vrouwen kost om gestart te geraken en dan te blijven gaan. Ik heb nog nooit een vrouw horen zeggen: 'bij mij ging dat vanzelf'. Ook niet onder de oudere generatie 'jonge moeders'.
Eigenlijk zou elke vrouw die borstvoeding geeft, probeert te geven of geprobeerd heeft te geven zo'n foto moeten maken en aan de wereld tonen welke inspanningen het vergt zodat alle startende moeders zich gesteund weten en niet moeten denken dat ze het niet kunnen of abnormaal zijn. Zodat ze weten dat het enig doorzettingsvermogen vraagt maar dat het hoe het ook zij, in orde komt.
En eigenlijk zou ik de attributen van de flesvoeding bij op de foto moeten zetten, als statement dat een baby grootbrengen gewoon tout court uithoudingsvermogen vergt. Maar dat het in orde komt met die wallen en die puddingbuikjes. Dat ze er mogen zijn. En dat we in het moederschap nooit alleen zijn, want we zijn met velen en er zijn altijd verhalen die we kunnen delen.